Lesidee | Spreken Voor 3de Graad VSV-Leerlingen

Doel:

Dit lesplan helpt leerlingen om te oefenen met het stellen en beantwoorden van vragen met behulp van nieuwe woordenschat, terwijl gespreks- en luistervaardigheden worden ontwikkeld door middel van interactieve activiteiten en interacties met medeleerlingen.

Lesopzet:

- Bespreek de woordenschatwoorden die zullen helpen bij de activiteit
- Raadspel met mysterieuze voorwerpen
- Liedje activiteit
- Gesprekken met collega's

Opwarming: Inleiding Woordenschat

Introduceer voordat de activiteiten beginnen nuttige woordenschat om de leerlingen te helpen bij het beschrijven van objecten en het stellen/beantwoorden van vragen. Deze woorden worden geoefend met gebaren en op het bord geschreven.

Woordenschat:
- Groot
- Klein
- Rond
- Zacht
- Hard
- Glad
- Ruw
- Favoriet
- Als
- Niet leuk
- Rood, oranje, geel, groen, blauw, paars, zwart, wit

Activiteit 1: Mysterieus Voorwerp (Raadspel)

De leerlingen kiezen om de beurt een voorwerp uit een zak en beschrijven het aan hun klasgenoten.
- De klas raadt wat het voorwerp is.
- Elke leerling mag om de beurt een voorwerp uit de zak pakken
- Dit leert leerlingen op een leuke manier een gesprek aan te gaan
- De leerling die uit de hoed kiest, beschrijft het voorwerp, zoals dit voorwerp is hard, klein, rond, harig, enz

De andere leerlingen kunnen dit voorwerp niet zien (laat de leerling die het voorwerp uit de zak pakt zich van de klas wegdraaien)
Liedactiviteit: "Vind je...?"

Speel voor Activiteit 2 een interactief liedje dat het stellen en beantwoorden van voorkeursvragen versterkt. "Do You Like Broccoli Ice Cream?" van Super Simple Songs.
1. Luister & Herhaal: Speel het liedje één keer af en laat de leerlingen luisteren.
2. Zing mee: Speel het nog een keer en moedig de leerlingen aan om mee te zingen met "Ja, dat doe ik! / Nee, dat doe ik niet!" antwoorden. (Laat de woorden van het liedje op het bord spelen)
3. Nadat ze twee keer naar het liedje hebben geluisterd, kunnen de leerlingen zich tot een partner wenden en vragen: "Hou je van ___?" met behulp van voedsel, dieren of andere eenvoudige categorieën.


Dit zal hen opwarmen voor de interviewactiviteit door vraag en antwoord op een leuke en natuurlijke manier uit te wisselen

Voordat je met de tweede activiteit begint, introduceer je eenvoudige zinsconstructies om de leerlingen te helpen tijdens het interview. Deze zinnen worden op het bord geschreven en blijven tijdens de activiteit op het bord staan:

Vraagstarters:

- Wat is je favoriete ______?
- Hou je van ______?
- Hoeveel ______ heb je?
- Welke kleur heeft jouw ______?
- Wat doe je na school?

Antwoord Starters:

- Mijn favoriete ______ is ______.
- Ja! / Nee, die heb ik niet.
- Ik heb ______.
- Mijn ______ is ______.
- Na schooltijd doe ik ______.

Bijdrage van de leerlingen: De leerlingen brainstormen over aanvullende zinnen, die de leerkracht ook op het bord schrijft.

Activiteit 2: Een Vriend Interviewen

- De leerlingen gaan in tweetallen zitten en interviewen elkaar om de beurt aan de hand van de vragen en zinnen op het bord.
- Nadat ze informatie hebben verzameld, bereiden ze zich voor op het delen van wat ze hebben geleerd.

Exit Ticket:

Elke leerling stelt zijn/haar partner voor en deelt wat hij/zij over hem/haar geleerd heeft.
Voorbeeld:
"Dit is Maria. Haar lievelingskleur is blauw en ze heeft een kat als huisdier."
Moedig leerlingen aan om actief te luisteren en vervolgvragen te stellen.

Aangehaald werk
Liedjes, Super Eenvoudig. Hou je van broccoli-ijs?