Lesidee | CT Grondslagen - Inleiding tot Patroonherkenning

Gratis

Niet beschikbaar

Niet beschikbaar online in Nederland

Verenigde StatenBezoek website

Hoewel we de beschikbaarheid van dit product zorgvuldig hebben onderzocht, laat het ons dan weten als je het product toch te koop vindt in Nederland. Je kunt contact met ons opnemenhier.

Samenvatting

Patroonherkenning helpt je overeenkomsten te vinden tussen problemen en systemen en eerdere oplossingen toe te passen om nieuwe problemen op te lossen. In deze les gebruiken leerlingen patroonherkenning om kaarten in verschillende categorieën te verdelen. Als extra taak is er de mogelijkheid om een algoritme te schrijven zodat een computer ook tot dezelfde categorieën kan komen.

Doelgroep: 6-12 jaar

Duur: 25 minuten - extra opdracht 25 min

Leerdoelen: Aan het einde van deze les zijn de leerlingen in staat om:
Patronen herkennen in een verzameling (of dataset)
Begrijpen hoe patronen zichtbaar zijn in het dagelijks leven
Eerdere oplossingen gebruiken om een nieuw probleem op te lossen

Online/offline: offline.

Computational thinking:
Algemene vaardigheden: creativiteit, samenwerken, besluitvorming
Grondslagen van CT: Patroonherkenning, abstractie, algoritmen
CT-concepten: sorteren, classificeren

Materialen:
Set fotokaarten (bijlage 2)
Timer op een smartboard of telefoon.
Kleine dozen - minstens vier voor elke groep van 3-4 leerlingen
Werkblad voor een extra opdracht

Voorbereiding:
De kaarten (bijlage 1) moeten van tevoren worden uitgeprint en uitgeknipt. Verdeel de klas in groepjes van 3-4 leerlingen en zorg ervoor dat elke groep een eigen oppervlak (tafel enz.) heeft waarop ze de kaarten kunnen leggen. Geef elke groep aan het begin van de les een set kaarten.

Algemene Inleiding tot de Vier CT Foundation-Lessen

Vraag de leerlingen:
Wat weet je over hoe computers en telefoons werken?
Kunnen ze zelf nadenken? (Waarom wel of waarom niet?)
Wie bepaalt wat een computer doet?

Leg de leerlingen uit dat ze gaan werken aan Computational Thinking. Simpel gezegd houdt dit in dat je leert hoe je een computer een probleem voor je kunt laten oplossen. Het is niet alleen programmeren, maar bijvoorbeeld ook leren hoe je een probleem in stukjes kunt opdelen, of patronen herkennen zodat je een probleem beter kunt oplossen. Er zijn vier belangrijke fundamenten van CT:
Decompositie: Het opdelen van een probleem in kleine stukjes.
Patroonherkenning: Op zoek gaan naar overeenkomsten of patronen binnen die kleine stukjes die je kunnen helpen het probleem op te lossen.
Abstraheren: Onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken. Wat is echt belangrijk om het probleem op te lossen?
Algoritmen: Stapsgewijze instructies bedenken om het probleem op te lossen.

https://computationalthinking.education/en/activities/en_CTprimED_Photo_cards.pdf

Ga voor meer informatie naar de website van CTPrimEd.